In deze presentatie vertelt Pooja K. Agarwal, auteur van het boek Powerful Teaching, over de kracht van retrieval practice en hoe je de strategie aan de hand van concrete werkvormen zoals ‘Warm Ups’, ‘Brain dumps’ of ‘Think-Pair-Share’ in je klas kunt inzetten. Wil je meer weten? Raadpleeg dan zeker ook haar site www.retrievalpractice.org.
Auteur: lerenhoezo
How do we promote self-regulated learning in our classrooms?
Self-regulated learning (SRL) is a hot topic. But what, actually, is it? And how can we help our students to become self-regulated learners? This talk will explore examples of SRL behaviours and examine how teachers can encourage and elicit those behaviours in their classroom.
Silence, please!

Paul A. Kirschner & Mirjam Neelen
Open-plan offices are noisy workplaces. Workers complain about concentration problems and a lack of privacy and have started to use all kinds of tools – such as headphones – to close themselves off from the outside world. The assumed and predicted benefits of these open workplaces, such as more collaboration, more socialisation, better communication, and increased productivity, are nowhere to be seen.
In terms of cognitive performance, Helena Jahncke and David Hallman, for example, found that workers working on a cognitive task in quieter private workspaces outperformed workers in open-plan offices by 14%. In fact, workers chose to email each other instead of talking to each other! So much for increased productivity and better communication. If adults – who are supposed to be relatively good at regulating their own behaviour – are hindered in their work because of all the noise in open-plan…
View original post 877 woorden meer
Het ABC van de zelfdeterminatietheorie in een sketchnote
Volgens de zelfdeterminatietheorie zijn er drie psychologische basisbehoeftes die onze motivatie en groei voeden. Deze behoeftes noemt men vaak ook wel het “ABC”: de behoefte aan Autonomie (autonomy) , verBondenheid (belongingness of relatedness) en Competentie (competence).
In de onderstaande video hoor je Richard Ryan, een van de grondleggers van de zelfdeterminatietheorie, deze drie begrippen duiden terwijl ze synchroon worden gevisualiseerd in een sketchnote.
Wil je meer weten over de zelfdeterminatietheorie? Bekijk dan zeker o.a. de volgende posts die eerder al verschenen op dit blog
- https://lerenhoezo.wordpress.com/2014/10/02/promoting-motivation-health-and-excellence-ed-deci-at-tedxflourcity/
- https://lerenhoezo.wordpress.com/2016/01/20/hoe-versterk-je-als-ouder-de-autonome-motivatie-van-je-kinderen/
Wil je meer weten over sketchnoting of andere noteerstrategieën die je kunt inzetten om je leerlingen te helpen om betere notities te maken? Klik hier.
Het belang van duidelijke instructies
Via een van mijn collega’s op school ontdekte ik deze video die op een heel aanschouwelijke manier duidelijk maakt waarom het belangrijk is om instructies duidelijk en helder te formuleren. Wat duidelijk is voor jou, is soms minder duidelijk voor diegene die ermee aan de slag moet 😉 .
Op welke leeftijd ben je *echt* volwassen? (TED-Ed video)
Why you procrastinate even when it feels bad
Combining spacing and retrieval practice is key to success.
People who attended ResearchED in Frederick will probably think, “yeah, we know by now”, but actually, this is the conclusion of a new review study that confirms the two strategies do work well together for learning!
From the press release:
Whether you’re trying to ace a test or pick up a new hobby, Iowa State Psychology Professor Shana Carpenter says combining two strategies — spacing and retrieval practice — is key to success.
Carpenter is the lead author of a paper in Nature Reviews Psychology that examined more than 100 years of research on learning.
“The benefits of spacing and retrieval practice have been confirmed over and over in studies in labs, classrooms, workplaces, but the reason why we’re showcasing this research is because these two techniques haven’t fully caught on. If they were utilized all the time, we’d see drastic increases in learning,” said Carpenter.
In the paper…
View original post 799 woorden meer
Fouten merk je beter op als je een tekst hardop leest!
Via het blog van The Learning Scientists kwam ik terecht bij een recent onderzoek (Cushing & Bodner, 2022) waaruit blijkt dat je fouten in een tekst beter oppikt wanneer je de tekst hardop leest dan wanneer je dat in stilte doet of wanneer je de tekst in een speciaal lettertype, zoals Sans Forgetica, zet om te herlezen.
Dit lettertype, een zogenoemd ‘disfluent font’ (figuur 1), werd speciaal ontworpen om ervoor te zorgen dat je de tekst die je leest beter onthoudt. Het font is moeilijker leesbaar waardoor je meer moeite moet doen om de tekst te lezen waardoor je de inhoud mogelijk beter onthoudt. Dit zou je als een desirable difficulty (Robert Bjork) kunnen omschrijven.
figuur 1 – font Sans Forgetica
Uit een meta-analyse (Xie, Zhou & Liu, 2018) blijkt dit soort lettertype niet meteen tot betere leerprestaties te leiden. Maar misschien zorgt het er wel voor dat je de tekst trager leest en je daardoor beter de fouten in een schrijfopdracht opmerkt?
Cushing & Bodner lieten teksten op 3 manieren herlezen: in stilte, hardop of in een ‘disfluent’ lettertype. Elke tekst bevatte een tot vijf fouten, dus de proefpersonen konden verder lezen zonder al te veel fouten. Uit de resultaten bleek dat luidop herlezen tot veel betere resultaten leidde dan de andere interventies (figuur 2).

De onderzoekers vroegen de proefpersonen vooraf en na afloop welke aanpak volgens hen de beste was. Vooraf waren de proefpersonen ervan overtuigd dat in stilte en luidop herlezen tot even goede resultaten zou leiden. Opmerkelijk was dat ze hier ook na afloop nog steeds van overtuigd waren, ook al hadden ze net de fouten beter opgemerkt door de tekst hardop te herlezen (figuur 3).

Dit toont aan dat bepaalde overtuiging soms moeilijk te veranderen zijn, waardoor we soms kiezen voor een foute strategie. Zo gebruiken studenten vaak spontaan weinig effectieve studeerstrategieën zoals herlezen of gegroepeerd oefenen terwijl jezelf toetsen tijdens het leren (retrieval practice) of afwisselend oefenen (interleaving) net tot betere resultaten leidt. Fouten merk je beter op wanneer je een tekst luidop herleest maar ons buikgevoel lijkt dit niet altijd voldoende te beamen. Spoor je leerlingen of studenten dus expliciet aan om dit te doen.
Referenties
(1) Cushing, C., & Bodner, G. E. (2022). Reading aloud improves proofreading (but using Sans Forgetica font does not). Journal of Applied Research in Memory and Cognition, 11(3), 427-436. https://doi.org/10.1037/mac0000011
Abstract
Proofreading is an important cognitive skill, yet methods for enhancing error detection have received little research attention. We report two experiments comparing the efficacy of proofreading aloud (i.e., “production”)—a common proofreading tip—versus in a disfluent font (Sans Forgetica) purported to introduce a desirable difficulty. Participants read eight short texts silently, eight aloud, and eight in the disfluent font—and recorded the noncontextual errors (i.e., typos) and contextual errors (i.e., grammar, word choice) that they detected. Relative to silent reading, proofreading aloud improved detection of both types of errors, whereas the disfluent font impaired detection of noncontextual errors and did not aid detection of contextual errors. Metacognitively, participants did not expect the benefit of reading aloud, whereas they expected the disfluent font to impair proofreading. Proofreading aloud works, and invites further research on how it works, whereas there was no indication that proofreading in a disfluent font is useful. (PsycInfo Database Record (c) 2022 APA, all rights reserved)
(2) Xie, H., Zhou, Z., & Liu, Q. (2018). Null effects of perceptual disfluency on learning outcomes in a text-based educational context: A meta-analysis. Educational Psychology Review, 30(3), 745–771. https://doi.org/10.1007/s10648-018-9442-x
Abstract
Recent research in a text-based educational context has demonstrated a seemingly paradoxical disfluency effect in reading, namely that learning with hard-to-read (disfluent) materials helps learners recall more details than learning with easy-to-read (fluent) materials. Many follow-up studies using a variety of participants, learning materials, and experimental designs have been conducted to verify the effects of disfluency manipulation on recall, transfer, judgments of learning, and learning time. However, a number of them have failed to replicate this effect and the mixed findings bring into question the generality of the disfluency effect with respect to learning. In this meta-analysis, we tested the overall effect of perceptual disfluency on learning with texts, as well as moderators of this effect, based on 25 empirical articles involving 3135 participants. Results showed that overall, there was no effect of perceptual disfluency on recall (d = − 0.01) or transfer (d = 0.03), but perceptual disfluency did reduce participants’ judgments of learning (d = − 0.43) and increase learning time (d = 0.52). Tests of moderation focused on the most commonly studied dependent measure, namely recall. There was no evidence that characteristics of the participants, learning material, or experimental design moderated the effect of perceptual disfluency on recall. In general, though perceptual disfluency can be used as an effective metacognitive cue to reduce judgments of learning and increase learning time, there is not enough evidence to show that it either stimulates analytic processing or increases extraneous cognitive load.
Hoe help je leerlingen/studenten om betere notities te maken?
Enkele weken geleden kreeg ik de vraag of ik een workshop wou geven over noteren. De leerkrachten op die school gaven aan dat het voor heel wat van hun leerlingen moeilijk is om goeie notities te maken terwijl het volgens hen een belangrijke vaardigheid is om beter te kunnen leren zowel nu als tijdens hun latere schoolcarrière. Men vroeg me welke tips ik aan hun leerlingen zou meegeven.
Ik vertelde hen dat ik graag over dit onderwerp met hen in gesprek wou gaan omdat ik de problematiek ook herken bij ons op school in het hoger onderwijs. Maar ik voegde er meteen aan toe dat ik het vooral wou hebben over wat je als leerkracht kunt doen om ervoor te zorgen dat leerlingen betere notities maken.
Veel van de redenen waarom het voor leerlingen soms moeilijk is om goeie notities te maken, hebben volgens mij te maken met hoe ons geheugen informatie verwerkt en de context waarin dat gebeurt. Wanneer die context de klas of aula is, heb jij als leerkracht de regie in handen van heel wat factoren die ervoor kunnen zorgen dat leerlingen makkelijker (of net niet) tot betere notities kunnen komen. In deze blogpost lijst ik een aantal van de inzichten en tips op die tijdens de sessie aan bod kwamen. Helemaal onderaan vind je een visuele samenvatting of sketchnote die ik als voorbereiding op deze sessie op mijn iPad maakte en die ik ook tijdens de sessie als kapstok (advance organizer) heb gebruikt.
Wat zijn de voordelen van noteren?
De eerste vraag die aan bod kwam is ‘waarom zou je moeite doen om te noteren?’. Het is een essentiële vaardigheid om kennis te verwerven, beter te onthouden en succesvol te leren[i]. Wanneer je informatie noteert, is de kans om ze na afloop te herinneren veel groter dan wanneer je dat niet doet, zelfs wanneer je de notities niet meer herhaalt. Hoe komt dat? Noteren versterkt leren op verschillende manieren.
- Noteren helpt je in de eerste plaats om je aandacht beter te richten op datgene wat je wilt onthouden en helpt vermijden dat je gedachten afdwalen.
- Noteren spoort je aan tot een diepere verwerking (encoding effect) van de leerstof. Het helpt om je aandacht te richten op wat er wordt verteld, op de tekst die je leest of een videofragment dat je bekijkt[ii]. Noteren daagt je uit om de informatie te interpreteren, te organiseren[iii] en te linken aan je voorkennis[iv]. Het verhoogt de kans dat je de onderliggende structuur van de informatie ontdekt[v] en tot een beter begrip[vi] komt.
- Notities doen ook dienst als een extern opslagsysteem[vii] (external storage effect). Wat je noteert, hoe je niet vast te houden in je hoofd. Op die manier daalt de belasting van het werkgeheugen en krijg je meer mentale ruimte om de informatie te bewerken en te verwerken.
- De kracht van notities als een extern opslagsysteem wordt bovendien versterkt door de mogelijkheid om ze achteraf te herhalen[viii]. De meeste studenten zijn zich daar ook van bewust[ix] en geven ze aan dat ze dat doen en hun notities gebruiken om de leerstof te verwerken. Studenten die noteren tijdens de les hebben trouwens een stapje voor. Ze geven aan thuis minder tijd te moeten investeren om de leerstof te verwerken[x].
Waar lopen leerlingen vaak tegenaan?
Toch merken we de kwaliteit van notities die leerlingen en studenten maken vaak ondermaats is. Er zijn verschillende zaken waar studenten tegenaan lopen:
- De notities bevatten te weinig relevante informatie[xi];
- De notities zijn een letterlijke transcriptie van wat er werd verteld;
- De notities zijn onvoldoende gestructureerd en verbanden tussen lesconcepten of verbanden met eerder verworven kennis ontbreken[xii];
- De studenten maken geen notities omdat ze de meerwaarde er niet van inzien of omdat het hen niet lukt om tegelijkertijd aandachtig te luisteren, de leerstof te begrijpen en ze in hun notities vast te leggen.
Waarom loopt het mis?
De redenen waarom de kwaliteit van de aantekeningen vaak ondermaats is, zijn divers.
Een van de factoren die een belangrijke impact heeft, is taal en taalbegrip. Wanneer je de taal waarin er wordt lesgegeven onvoldoende beheerst, vraagt het een (te) grote mentale inspanning om te begrijpen wat er wordt gezegd. Dit gaat vaak ten koste van het begrip. Het is op dat moment ook moeilijker om te bepalen wat er wel of niet relevant is en hoe je dat op een gestructureerde manier kunt noteren.
Andere factoren die de kwaliteit van notities beïnvloeden hebben te maken met hoe we leren en informatie verwerken.
- Om goeie notities te maken is het belangrijk dat we onze aandacht kunnen richten op wat belangrijk is en afleidingen kunnen wegfilteren. Zowel tijdens de les als tijdens het studeren loopt het bij heel wat studenten fout op dat vlak.
- Noteren zorgt voor een hoge cognitieve belasting van het werkgeheugen. Je moet aandachtig luisteren, relevante informatie selecteren en trachten te begrijpen en linken aan wat je al weet om die vervolgens ook gestructureerd op papier te zetten. Wanneer de belasting op een bepaald moment de totale capaciteit van je werkgeheugen overstijgt, gaat dit ten koste van leren (cognitive load theorie) en de kwaliteit van notities.
- Een van de factoren die een grote impact heeft op die belasting is voorkennis. Hoe meer voorkennis je hebt, des te lager de cognitieve belasting. In dat geval is ook het makkelijker om goeie notities te maken.
Ook de opvattingen van jongeren over noteren sturen hun aanpak[xiii]. Leerlingen die ervan overtuigd zijn dat je net zoals een spons alle informatie moet opzuigen, hanteren een heel andere noteerstrategie dan leerlingen die ervan overtuigd zijn dat je de signalen van de docent, net als bij een geheime code, moet proberen te ontcijferen om erachter te komen wat belangrijk is.
Sommige factoren hebben te maken met de context waarin we notities maken. Vooral de aanpak van de docent (het lestempo[xiv], aandacht voor de structuur[xv], de houding tegenover de leerlingen, de manier waarop de informatie wordt gepresenteerd enzovoort) speelt daarbij een doorslaggevende rol. Een hoog lestempo beïnvloedt de kwaliteit en het effect van de lesnotities, hoogstwaarschijnlijk omdat er onvoldoende mogelijkheid is het aangeboden materiaal te verwerken of omdat jongeren in dat geval hun voorkeursstrategie om te noteren niet kunnen gebruiken[xvi]. Heel wat eerstejaarsstudenten in het hoger onderwijs geven aan dat hoorcolleges te snel gaan[xvii]. Ook de manier waarop je je als leerkracht (bewust en onbewust) opstelt tegenover je leerlingen, beïnvloedt hun leerprestaties en noteerstrategie. Als docent is het belangrijk om je bewust te zijn van deze factoren (zie verder) en er ook voldoende rekening mee te houden.
Welke strategieën kun je inzetten?
Je kunt verschillende noteerstrategieën inzetten, gaande van een samenvatting of lineair schema tot non-lineaire en visuele noteerstrategieën zoals mindmaps, conceptmaps of sketchnotes. Welke strategieën zijn effectief?
- Een van de noteerstrategieën die je kunt inzetten is de Cornellnoteerstrategie. Die strategie voegt een aantal elementen toe aan gewone (les)notities, waardoor je meer denkwerk investeert in het noteerproces/verwerkingsproces. Je wordt aangespoord om de informatie op meerdere manieren te verwerken. Niet alleen tracht je om de leerstof gestructureerd te noteren maar in de linkerkolom van je blad vat je vervolgens de verschillende onderdelen van je aantekeningen samen in kernbegrippen en/of vragen die peilen naar de specifieke definities of de grote lijnen van het verhaal. De termen die je in de linkerkolom plaatst, bieden je later (doe het niet meteen!) de mogelijkheid om jezelf te testen. Je dekt de rechterkant af en vertelt aan jezelf wat je nog weet over de begrippen aan de linkerkant. Nadien kan je jezelf controleren. Deze aanpak levert veel meer resultaat op dan wanneer je de aantekeningen gewoon herleest. Door jezelf op deze manier te toetsen, weet je meteen of je alles goed hebt begrepen. Het proces versterkt tegelijkertijd de herinnering aan de informatie doordat je de informatie opnieuw tracht op te roepen (retrieval practice).
- Daarnaast kun je soms ook gebruik maken van mappingstrategieën zoals mindmapping of conceptmapping. Hoewel studenten vaak spontaan kiezen voor een lineaire of klassieke manier van noteren, valt er wel wat te zeggen voor deze strategieën. Het grote voordeel van deze methodes is dat je de informatie niet letterlijk in volzinnen kunt noteren. Je wordt uitgedaagd om actief na te denken over wat de kernbegrippen zijn en hoe je ze gestructureerd kunt weergeven waardoor je de informatie mogelijk beter zult onthouden, iets wat je misschien als een desirable difficulty (Bjork) kan beschouwen. Een aandachtspunt hierbij is wel om na te gaan op welk moment je deze strategieën het beste kunt inzetten. Beide mappingstrategieën lenen zich volgens mij minder voor lesnotities te maken. Uit onderzoek blijkt ook dat retrieval practice vaak tot betere leerresultaten leidt dan het maken van een conceptmap met het boek bij de hand[xviii]. Een goeie conceptmap maken is bovendien een tijdrovende bezigheid (maar het zet je wel hard aan het denken!). Waarvoor ik een mindmap wel graag inzet, is om jezelf te toetsen.
- Sketchnoting is noteerstrategie die bestaat uit een mix van handgeschreven tekst, tekeningen, vormen en allerlei visuele elementen. Ook hierbij word je uitgedaagd om de informatie op een actieve manier te verwerken. Het is de bedoeling dat je actief op zoek gaat naar de kerngedachten. Vervolgens probeer je die kerngedachten in een mix van beelden en woorden te vatten op papier of op je scherm. Het eindresultaat weerspiegelt jouw denkproces of persoonlijke kijk op een onderwerp. De visuele aanpak is bovendien een manier om dual coding (informatie in woord en beeld verwerken) in de praktijk om te zetten. Wil je weten hoe je deze strategie kunt inzetten, bekijk dan zeker eens de blogpost ‘aan de slag in de klas met sketchnoting’ die ik eerder postte.
Hoe kun je als student/docent de kwaliteit van notities versterken?
Er zijn heel wat zaken die je zowel als leerling/student en als docent kunt doen om de kwaliteit van aantekeningen te verhogen.
Wat kun je doen als leerling/student?
- Kom voorbereid naar de les. Neem vooraf al eens kort het hoofdstuk door waarover de les zal gaan. Zo ben je al meer vertrouwd met de structuur en enkele basisbegrippen.
- Vermijd afleidingen. Zoek een geschikte plaats in het leslokaal of aula. Laat je niet afleiden door niet-lesgerateerde zaken op jouw laptop of die van je medestudenten die in je buurt zitten.
- Het is vaak beter om zelf handgeschreven notities te maken dan digitaal te noteren of om te annoteren op de hand-out. Het kost meer moeite maar na afloop heb je minder tijd nodig om de leerstof te herhalen.
- Luister actief. Probeer om zoveel mogelijk verbanden te leggen. Focus je op de hoofdzaken. Af en toe is het een goed idee om de oren extra te spitsen, bijvoorbeeld wanneer de docent aangeeft dat het over iets heel belangrijks gaat.
- Hou je aanpak in de gaten en stuur bij wanneer nodig.
- Maak na de les nog even tijd vrij om je aantekeningen te vervolledigen of om structuur toe te voegen.
- Heb je de les gemist? Vraag of je de aantekeningen van een medestudent mag kopiëren maar ga telkens na of de inhoud en structuur duidelijk is voor jou.
- Verwerk de verschillende bronnen die je tijdens het studeren gebruikt tot 1 geheel.
- Herhaal je notities op een actieve manier. Jezelf toetsen is beter dan je notities gewoon herlezen.
Wat kun je doen als docent?
Ook als docent kun je heel wat zaken doen die studenten helpen om betere notities te maken.
- Let op je taalgebruik. Vermijd het gebruik van moeilijk vakjargon. Behoort die terminologie tot de leerstof, dan is het een goed idee om je studenten er eerst voldoende mee vertrouwd te maken (pre-training).
- Zorg voor een duidelijke structuur. Dit kun je op verschillende manieren doen. Maak bijvoorbeeld gebruik van een advance organizer. Link de leerstof expliciet aan wat studenten eerder al hebben geleerd. Ook op een non-verbale manier (handgebaren, intonatie) kun je voor structuur zorgen.
- Vermijd cognitieve overbelasting. Denk vooraf goed na over wat je zeker wilt meegeven (need to know) en wat je eventueel als extra informatie kunt delen op de leeromgeving (nice to know). Ga niet te snel tijdens de les. Geef je studenten regelmatig de tijd om even te ‘downloaden’ en hun aantekeningen te vervolledigen.
- Hou bij het ontwerpen van je presentaties ook rekening met de designprincipes die vanuit de Cognitive Theory of Multimedia Learning (Mayer) naar voren worden geschoven. Overdrijf bijvoorbeeld niet met tekst op je lesslides.
- Denk ook bewust na of welke slides je vooraf deelt met je studenten. Vertel hen waarom handgeschreven notities vaak beter zijn dan geannoteerde lesslides.
- Spoor je publiek tot een actieve verwerking van de leerstof. Daag hen uit om hun voorkennis expliciet te linken aan hun aantekeningen.
- Toon aan je studenten op welke manier jij aantekeningen maakt. Gebruik eventueel een alternatieve noteerstrategie zoals mindmapping of sketchnoting om je leerinhouden te delen.
Wil je nog meer weten over noteren en noteerstrategieën? Schrijf je in voor de online inspiratiesessie Noteren.Hoe?Zo! of neem een kijkje in het boek Leren.Hoe?Zo!

[i] Di Vesta & Gray, 1972; Fisher & Harris, 1973; Ryan, 2001; Van Meter, et al., 1994; Kobayashi, 2006
[ii] Rickards, 1997
[iii] Bretzing & Kulhavy, 1979
[iv] Peper & Mayer, 1986
[v] Einstein et al., 1985
[vi] Katayama & Robinson, 2000; Rickards, 1997; Weiland & Kingsbury, 1979
[vii] Miller, Galanter, & Pribram, 1960; Rickards & Friedman, 1978
[viii] Hartley, 1983; Kiewra, 1985, 1989; Ladas, 1980, Kobayashi, 2006; Kiewra et al., 1991
[ix] Dunkel & Davy, 1989, Carrier & Newell, 1984; Hartley & Davies, 1978; Van Meter, et al., 1994
[x] Bonne, 2015
[xi] Baker en Lombardi, 1985; Kiewra, 1985; Kiewra, Benton, & Lewis, 1987
[xii] Kiewra, et al., 1991
[xiii] Ryan, 2001
[xiv] Aiken, et al., 1975; Cook & Mayer, 1983; Ladas, 1980; Peters, 1972
[xv] Titsworth, 2004
[xvi] Van Meter et al., 1994
[xvii] Bonne, 2015
[xviii] Karpicke & Blunt, 2011